Het Gemeentelijk Vervoersbedrijf van Amsterdam (GVB) streeft naar het worden van de beste openbaarvervoersaanbieder van Nederland, zonder belastinggeld te gebruiken voor reclame. Hun strategie is om zichzelf neer te zetten als een luisterende organisatie die de reiziger centraal stelt.
Dit uit zich in de nieuw ontwikkelde pay-off ‘U brengt ons verder’, waarbij reizigers worden aangemoedigd om feedback te geven die vervolgens serieus wordt genomen en teruggekoppeld. Zowel externe als interne communicatie is gericht op deze benadering, met campagnes voor medewerkers en voor diverse aspecten van de dienstverlening, zoals nieuwe dienstregelingen en productintroducties.
Voor de campagnes wordt het gebruik van diverse media ingezt, van interne communicatiemiddelen tot print, outdoor, online, enzovoort.
Daarnaast worden ook campagnes ontwikkeld voor arbeidsmarktcommunicatie, om GVB als werkgever te profileren en de doelstelling om bij de beste werkgevers in Amsterdam te behoren te ondersteunen. De focus ligt op het benadrukken van de voordelen en ontwikkelingen binnen de organisatie, met een sterke nadruk op online en printmedia, wat resulteert in positieve respons en kwalitatieve interacties.
Eentje uit de oude doos. Maar wel erg leuk vinden we zelf. Zeker als we kijken naar wat er tegenwoordig aan ellende over ons wordt uitgestort als het gaat om loterijen. De Staatsloterij pakte dat heel anders aan.
Met een heldere propositie en heel veel humor. De Staatsloterij is de loterij waar je het meest kans maakt op een prijs. Vandaar ook de pay-off: ‘Meer kans, meer geld, in de Staatsloterij’.
En dat was meteen de opdracht. Maak duidelijk dat iedereen die meedoet, echt net iets meer kans maakt dan elders. En doe dat op een onderscheidende manier. Liefst met humor. Waarmee ook de sympathie voor het merk werd vergroot. Het resulteerde in verschillende commercials waarvan we ‘het boertje’ jullie niet willen onthouden.
Toen wij voor Citroën Nederland aan de slag gingen, had het merk het moeilijk. De modellen waren niet aansprekend, mede doordat het merk onderdeel was geworden van PSA (Peugeot) en daarmee op het tweede plan kwam te staan.
De marketingbaas in Parijs eiste dan ook dat we uitsluitend op voordeel (promo, promo, promo!!) zouden focussen. En dat is nooit een fijne boodschap voor een bureau waar creativiteit hoog in het vaandel staat.
Toch slaagden we erin om een campagne te ontwikkelen die humor met ‘promo’ wist te verenigen. Met behulp van onze Citroënverkoper (gespeeld door Jeroen van Koningsbrugge) werd het aanbod van Citroën op een opvallende en humorvolle manier onder de aandacht gebracht.
Tientallen tv-commercials en heel veel radiocommercials zorgden voor een verdubbeling van het marktaandeel. Het kan dus wel: promo en humor gaan prima samen! De campagne heeft diverse onderscheidingen gekregen.
De vaste pagina in De Telegraaf (autotelegraaf) en het blad Autovisie werden samengebracht, ze gingen met één redactie samen onder de naam Autovisie. Dat is goed nieuws voor de lezers want alle media; krant, magazine, online en boek zijn nu herkenbaar van dezelfde afzender en verwijzen naar elkaar.
Ook voor adverteerders is dat goed nieuws; één aanspreekpunt voor de hele autoportal. Deze propositie is ten opzichte van de concurrentie uniek en bovendien is er geen andere concurrent die dit bereik kan evenaren. Deze nieuwe propositie moest in de markt gezet worden naar zowel adverteerders als consumenten.
De insight daarbij was dat Autovisie een écht mannenblad is, meer nog dan Playboy! Daarom het voorstel waarin de auto belangrijker is dan de vrouw. De beelden bestonden uit (vakantie)foto’s waarin de man zijn vrouw of vriendin fotografeerde. Alleen stond de betreffende vrouw er nooit scherp op, of soms zelfs maar half. In de achtergrond stond namelijk altijd een fraaie auto, die wél scherp in beeld was.
De boodschap was helder; ‘Goed nieuws voor autoliefhebbers’, want vanaf nu elke dag online, iedere week in De Telegraaf, elke 2 weken het magazine en 1x per jaar het boek. Daar kan je geen genoeg van krijgen. De campagne is uit- gerold in print, online en via radiocommercials.